De metafoor als kunstwerk
Nieuw-figuratief, realistisch, magisch realistisch en surrealistisch, dat zijn zo de noemers waaronder mijn werk in de loop van de jaren is ondergebracht. Zelf geef ik er de voorkeur aan mijn werk metaforisch te noemen.
Waarom gebruiken mensen metaforen? Ik geloof niet dat we dat doen uit een zucht om elkaar raadsels op te geven, Nee, naar mijn mening worden metaforen uit nood geboren.
Tijdens ons leven doen we veel ervaringen op waar we niet direct vat op kunnen krijgen. Ze kunnen ons stellen voor vragen van sociale, psychologische, filosofische of morele aard. Om die in wetenschappelijke bewoordingen te vangen moet je lang studeren, moeilijke boeken lezen, scripties schrijven en aan het eind van al die inspanningen blijk je soms nog met lege handen te staan. Zegt niet Faust, na een opsomming van wat hij allemaal ‘durchaus studiert’ heeft: ‘Da steh’ ich nun, ich armer Tor! Und bin so klug als wie zuvor;’? Als het ons niet lukt onze problemen in een wetenschappelijke, formele taal te vanen, dan nemen we onze toevlucht tot vergelijkingen, metaforen. Want erover communiceren willen we toch. We geven dan de objectiviteit op maar krijgen daarvoor in de plaats nieuwe mogelijkheden.
Niet alleen worden complexe thema’s toegankelijk, ze worden dat ook voor een groot aantal mensen. Je hoeft niet per se een deskundige te zijn om te mogen meepraten.
Onderwerpen die heel gevoelig liggen worden bespreekbaar. Door een metafoor te gebruiken, hoef je niet alles bij naam te noemen.
Het onbewuste kan meecommuniceren. Dat is zonder twijfel een aanzienlijke verrijking.
En ten slotte kunnen metaforen boeiend zijn, veel genot verschaffen en een grote overtuigingskracht bezitten.
Het verzinnen van een goede metafoor is mijns inziens een artistiek proces, de auteur een kunstenaar en de metafoor een kunstwerk. Maar omgekeerd is natuurlijk niet elk kunstwerk een metafoor. Een metafoor verwijst ergens naar, naar iets buiten haarzelf. Puur abstracte kunst wil dat niet, en doet dat ook niet. Een puur abstract kunstwerk kan dus geen metafoor zijn, noch er een in zich bergen. Waarmee niet gezegd is dat het ons geen schoonheid kan doen ervaren of genot verschaffen. Puur abstracte kunst is een fuga van Bach, een ‘colourfield painting’ of een mooie schaakpartij (de schaakpartij als een voorbeeld van literatuur).
Waarom gaat toch mijn voorkeur uit naar kunst die wél verwijst naar iets buiten haarzelf, kunst met betekenis? Bijvoorbeeld opera’s van Richard Strauss, schilderijen van Pyke Koch en de Faust van Goethe. Het is omdat ik in kunst iets meer zoek dan het laten strelen van mijn zinnen, iets meer dan mooie klanken, kleuren en vormen. Ik zie in kunst een medium waardoor ik in de belevingswereld van mijn medemens kan treden. Haar echt leren kennen is misschien niet mogelijk, maar via kunst kun je er toch een aardig idee van krijgen. Door een beter begrip van de belevingswereld van de ander kun je die van jezelf verrijken.
Soms leer je door kunst ene gevoel kennen dat je pas later in je eigen leven ervaart. De zinnelijke erotiek zoals die voorkomt in Mozarts opera Così fan tutte hield ik lange tijd voor onmogelijk in het echte leven. ‘De kunst overtreft de werkelijkheid,’ beweerde ik in die tijd. Pas toen ik in een heel hartstochtelijke relatie verwikkeld raakte, besefte ik dat zulke liefde echt bestond. Helaas bleek de relatie eindig, net als Così fan tutte.
Opera, muziek met betekenis; door sommigen wordt die kunstvorm met inhoud minder gevonden dan de abstracte muziek, die meer pure vorm is. Ik heb aan die pure vorm niet genoeg, juist door zijn inhoud heb ik van de opera veel kunnen leren. Wat is dan de inhoud van bijvoorbeeld Così fan tutte? Niet het verhaaltje van twee officieren die elkaars verloofdes met succes het hof maken. Dat verhaaltje is de metafoor. De inhoud, de betekenis is de alles doordringende erotiek. Dáár gaat de opera over.
Anders dan bij vergelijkingen in de bijbel wordt bij metaforen in de kunst doorgaans geen uitleg gegeven; het kunstwerk stelt het probleem en wij mogen kiezen wat we ermee doen. Door zelf betekenis te geven aan de metafoor voltooien wij het kunstwerk.
Het voorgaande werd vooral gezien vanuit het standpunt van de kunstconsument Teunn. Geven we nu het woord aan de kunstproducent in hem.
Zoals de meeste kunstenaars probeer ik mijn belevingswereld weer te geven. Bij mij neemt daarin niet de zichtbare werkelijkheid de voornaamste plaats in, maar de werkelijkheid van het handelen, denken en voelen. Die onzichtbare wereld tracht ik in beelden te vangen, zichtbaar te maken. Iedere keer dat mij dat lukt, ervaar ik een grote voldoening.
Ik ben minstens zo geïnteresseerd in wat we doen, denken en voelen als in hoe we doen, denken en voelen. Daarom komt het accent steeds meer op de dramatische handeling te liggen en steeds minder op de omstandigheden. Steeds vaker acht ik details overbodig. Het geeft mijn werk een literair karakter waar ik welbewust voor gekozen heb.
Wat gebeurt er nu precies als ik een schilderij maak?
Meestal begint het met een emotie. Ik voel bijvoorbeeld twijfel, ben verwonderd, nieuwsgierig, kwaad… Vervolgens ga ik na welke oorzaak aan de emotie ten grondslag ligt. Als ik die heb gevonden, probeer ik voor mijzelf te beschrijven wat er precies aan de hand is. Omdat ik de juiste woorden daarvoor niet gemakkelijk vind, pak ik pen en papier en begin te krabbelen. Soms doemt er onmiddellijk een beeld op, soms moet ik ernaar zoeken. Ik ben ook niet altijd meteen tevreden over het beeld, dan wijzig ik het of maak nieuwe schetsen. Maar op een gegeven moment heb ik toch een beeld waarin ik naar mijn gevoel het thema heb gevangen; dat is het moment van verlichting, het onderwerp lijkt onder controle, de metafoor is geboren.
Weken, maanden later werk ik mijn schets uit. Dat gebeurt meestal op een vrij rationele manier, wat niet wil zeggen dat ik niet opnieuw geëmotioneerd kan raken. Tijdens het schilderen denk ik natuurlijk na over het onderwerp dat aan de metafoor ten grondslag ligt. Meestal kan ik het verwerken en er afstand van nemen. Door een onderwerp zichtbaar te maken kun je er inzicht in en overzicht over krijgen, en het gevoel ontstaat dat de rollen zijn omgedraaid: de gedachten hebben niet jou, maar jij hebt gedachten.
En dan? Als het schilderij af is, laat ik het zien, razend benieuwd naar uw commentaar. Begrijpt u mij of legt u een totaal andere betekenis in de gebruikte metafoor? Soms is uw commentaar zoals ik gehoopt had, soms weet ik er geen raad mee en soms werpt het op mijn onderwerp een nieuw licht, waar ik wat aan heb en waar ik u dankbaar om ben. Het is duidelijk dat het scheppingsproces bij mij begint, maar wordt voltooid in uw hoofd en hart.
Teun Nijkamp, Kats 1993