Een korte verantwoording van mijn werk
Welk doel heeft de kunstenaar voor ogen en met welke middelen tracht hij het te bereiken? Het antwoord op die twee vragen bepaalt het werk van de kunstenaar. Wanneer ik iets over mijn werk moet zeggen, kan ik het beste proberen mijn antwoord op die vragen te geven.
Een van de belangrijkste doelen van mijn kunst is troost te schenken. Troost voor mij: ik maak anderen deelgenoot van mijn kijk op de werkelijkheid. Troost voor mijn publiek: het herkent in andere vorm eigen visies en gevoelens.
Om mijn doel te bereiken bedien ik me van de beeldtaal die door figuratieve kunstenaars in de loop van eeuwen is ontwikkeld. Deze taal mist objectiviteit; ze is niet in staat de zichtbare werkelijkheid op een ondubbelzinnige manier te beschrijven. Daardoor heeft mijn arbeid een absurd karakter: ik mag er niet van uitgaan dat ik word begrepen. Maar de arbeid van kunstenaars die een meer formele taal bezigen (Mondriaan, Struycken) is niet minder absurd. Hun taal is weliswaar controleerbaarder, objectiever, maar door haar te formaliseren is zij van de werkelijkheid vervreemd; ze verwijst eigenlijk alleen nog maar naar zichzelf. Er zijn twee uiterste vormen van expressie van kunstenaars: aan de ene kant staat het objectieve bezig zijn met heel abstracte onderwerpen, aan de andere kant de subjectieve uiting over een concreet onderwerp. Omdat ik een sterke behoefte gevoel om juist over de concrete kanten van het menselijk bestaan te communiceren, heb ik gekozen voor de laatste. Maar omdat ik daarbij afstand wil nemen tot mijzelf, tracht ik zoveel mogelijk te objectiveren. Gelukkig maakt de genuanceerde taal van de figuratieve kunstenaars mij dat mogelijk.
Teunn, Amsterdam 1980